Zondag 6 uur, snel eruit, even een bakkie en een boterham en dan op weg, er is water! Water? In de Ardennen? Eifel? Nope, in het Centraal Massief in Frankrijk. Al maanden staat het op de agenda van Nirjhara om daar van 26 oktober tot en met 3 november te gaan varen. Rond die tijd komen er vanuit de Atlantische Oceaan vaak storingen binnen drijven die bij de eerste bergen hun payload loslaten. Dat leidt in de Cevennen en Ardeche tot overmatige regenval lokaal ook wel aangeduid met "periode Cevenoles". Deze keer hebben we geluk, vorige week was er zo'n periode en de peilschalen van diverse rivieren in de noordoostelijke regio van het Centraal Massief vliegen omhoog.
De kogel is dan ook snel door de kerk, we vertrekken zondag naar de Eyrieux, bovenin de Ardeche en als we daar uitgevaren zijn kunnen we verder afzakken tot de Tarn of Dourbie die ook water hebben en dat vaak lang vast houden. De zondag daarop rijden we terug. Dat alles voor groep 1. Groep 2 rijdt dinsdagavond weg en dan is er ook nog een groep 3 die woensdag of donderdag komt meevaren. Wij beperken ons tot groep 1, daarover later meer.
Groep 1 verzamelt zondagochtend om 9 uur in Hoeilaart vlakbij Brussel. Brussel? Ja, dit is een Nirjhara activiteit waar ik ook lid van ben. Kwart over 9 rijden we met twee auto's, 6 man en een remorque (Belgische aanhanger) met boten naar de Eyrieux waar we rond 6 uur installeren naast het sanitair gebouw van de Eyrieux camping in Ollières-sur-Eyrieux. Tijdens het camping zoeken hebben we al het water van de Auzene horen ruisen. Dat lijkt genoeg te zijn. De Gluyere staat nog net boven hoog water dus dat moet ons sowieso 2 vaardagen opleveren met eventueel nog een extra dag op een ander beekje in de bovenloop van de Eyrieux. We bellen de campingbaas die even later 60 euro komt ophalen voor 3 overnachtingen. Op naar de pizza en bier.
Voor het varen krijgen we van Jan en Gert eerst deel 1 van de survival cursus: "hoe haal ik een campinggaz stel uit elkaar". De regelknop is vast gerot en blokkeert zo onze koffie. Uit elkaar dus, motorolie als kruipolie erop en nog steeds geen beweging in te krijgen. Jan is wanhopig en grijpt naar het laatste redmiddel: brute lompigheid. Hoera, hij doet het en dan is er koffie!
We rijden langs de beneden Auzene. Zo hard als het water gisteravond ruiste, zo laag lijkt het nu. We hebben echter maar 3 tot 4 kuub nodig, dus het zou moeten gaan (helder water ziet er van boven altijd laag uit, houd ik mezelf maar voor).
Op de instap van de boven Auzene blijkt de de triple drop meer een enkele drop met wat droppigs erachter, dat is wat teleurstellend maar er is in ieder geval genoeg water om te te varen en het is zeker niet te hoog. (als je twijfelt bij het aanzien van deze triple drop, dan is het advies niet in te stappen want het wordt verderop alleen maar moeilijker).
Er is geen twijfel, camera's klaar en gaan met die handel!
Wat is dit een toffe beek, de eerste kilometers zijn volledig bedrock waar de Auzene een grillig patroon heeft ingesleten. Zo is de geschatte 3 tot 4 kuub al gauw genoeg voor stevige WW III en IV passages. De Kayak Cevennes gids classificeert het als WW IV-V met twee watervallen. Bij deze waterstand wordt het nooit meer dan WW IV dus super invaarwater met nauwe doorgangen, wormkanalen, slides, dropjes en drops.
De eerste waterval van 5 meter heeft een wat lastige aanvaart waardoor Thomas niet lekker uitkomt en als een zak aardappelen eraf valt. Na een paar rolpogingen half tegen de wand in het haakse kanaal achter drop komt hij dan toch boven. Gert schoudert zijn boot, zijn rug heeft het niet zo op watervallen. Ik zie een chickenlijn naast de grote val, vaar de aanvaart wel netjes en duik vlak voor de val het rechter kanaal in. Kind kan de was doen. Stef en Jan volgen.
Chicken run langs de eerste waterval
Een smal kanaal heeft een vies walsje en ik heb al direct geen zin. Nog minder als Gert als eerst laat zien dat je er perfect kan backloopen.
Thomas en Stef tonen betere lijnen maar ik verknal mijn aanvaart. Amper geconcentreerd ga ik het laatste walsje voor het verval af en lig daar al bijna op mijn snuffert met een hele old school grondsteun weet ik overeind te blijven en ga als een zoutzak over het randje de wals in en uiteraard vol op mijn dak.
Ik kets tegen de wandjes maar geduldig wacht ik totdat ik niets meer voel en rol dan overeind. Heeft die eskimoteer training op DWD vorige week toch zijn vruchten afgeworpen.
Jo bewijst dat het kanaal niet peddelbreed is en laat zijn roerijzer achter. Met wat werplijnen en creativiteit krijgen we de peddel los en hebben respect voor de prijon flexibiliteit, de peddel is flink krom met een nits in de steel, maar laat zich recht buigen en gaat de rest van de week gewoon mee.
De eerste wals heeft Jo al bijna te pakken
Dan de drop zelf in trophy-move stijl
en daarna dus de peddel redden
Vlak voor me verdwijnt de horizon, duidelijk een stevige drop, Thomas is al beneden en Gert vaart voor me, plotseling blijft hij hangen, als een dolle zie ik hem peddelen, maar komt niet van de plaats, dan lukt het hem los te komen en verdwijnt over de rand van de drop. Ik ben gewaarschuwd en ga vol tempo de strijd aan, houdt m'n boot op koers en weet het zuigende walsje goed te doorsnijden, even later lig ik benenden in de poel naar een lang was programma van Jo en Jan te kijken. Het ziet er komisch uit, bovenop een 3 tot 4 meter hoge drop liggen ze een meter van de rand in ee wals te hangen, we zien allen peddel en hoofd harte arbeit verrichten. Tenslotte komen ze breiden achterwaards de wals uitzetten en komen via een stroom half onder de linker wand naar beneden gevallen.
Jan aan het werk
Stef weet wel in een keer door de wals op de drop te komen. Hij was ook wel heel erg gewaarschuwd :)
Bij een van de weinige huizen aan de rivier volgt een mooie double drop waar we met z'n allen toch wel wat bedrukt naar de afsluitende wals kijken, gaat die ons te pakken nemen of niet. Boofen is kansloos op het vlakke tweede verval en je moet het dus van de goede lijn en het tempo hebben. Twijfel, twijfel, twijfel, dan is de ongeduldige Gert het zat en laat zien dat bij een goede aanvaart op de eerste trap de tweede wals een eitje is. Soepel en minder soepel volgen we allemaal, mijn Burn gaat toch wel wat dieper de tweede val in en ik moet stevig doortrekken om uit de wals te blijven.
Stef in de eerste trap
Thomas op weg naar de tweede wals
Klapstuk van de rivier is een relatief hoge waterval halverwege, voglens de gids 7 meter, wij schatten het in op 6 (.50 :). Volgens de gids moet je hem naar links weg springen omdat er echts een richel (slab) zou zitten. Hier neemt Stef het voortouw en laat zien dat je schitterend kunt zwemmen in de pool eronder. Eenzaam en alleen moet hij zelf zijn boot redden, wij ztaan nog allemaal boven. De pool is reusachtig dus dat is verder geen enkel probleem. Thomas doet het dan nog even voor, maakt de juiste slag net over de lip en duikt dan in. Keurig rechtop komt hij uit het schuim. Zo moet dat dus!
Thomas
Jan laat zien dat je, als je goed mikt, helemaal niet bang hoeft te zijn dat je boot weg spoelt. Die parkeer je tijdens je zwemmetje gewoon even in een grotje. Thomas haalt die er dan weer voor je uit. Als hier een paar kuub meer op staat, dan wordt dat grotje toch een onplezierige parkeerplaats.
Boot in de grot
Jo gaat weer voor old school, gelukkig zijn hier de wanden wel ver weg
De Auzen blijft in de tweede helft boeien, dan wordt het gedurende een kilometer wat minder, meer Ardennen/Eifel achtig en wat mij betreft mag het wel afgelopen zijn. Maar dan, vanuit het niets wordt het weer bedrock country pur sang met lange passages met slides, kleine en grotere drops waarbij we alles op zicht kunnen varen. Met grote grijnzen op ons gezicht voltooien we zo de laatste kilometers van de boven Auzene. Bij Pont de Auzene stappen we uit en kleden ons in de zon om, in Nederland stormt het windkracht 10 ! Een super begin van onze vakantieweek.
Traject: boven Auzene, 7.5 kilometer klasse III en IV met een flink aantal grotere en langere passages die klasse V zouden kunnen worden als er meer water op staat. De walzen in de smallere passages worden dan ook plakkerig. De weg loopt altijd langs de rivier maar de rivier is bijna nooit zichtbaar, je kunt er echter altijd uit. In de franse gids wordt dit een 5 pagaies beek genoemd, een vande mooiste trajecten van de Cevennen.
Instap: de eerste keer dat de D261 de Auzene kruist. Kan niet missen.
Uitstap: Pont de Auzen, aan de D261. 20 meter na de brug links uitstappen, daar loopt een pad terug naar de brug en omhoog.
Waterstand: ik gok op 4 kuub, net boven laag water, 9 kuub zou ongeveer de max zijn. Als de eerste triple drop je te veel lijkt, moet je niet instappen. De peilschaal van de Gluyere gaf die dag 10 kuub aan en de peilschaal van de Haut Eyrieux 10 kuub.
Verslag Jan
Afspraak voor de start van het najaarsverlof (team 1) om 9 uur s' ochtends in Hoeilaart. Blijkbaar heeft iedereen er zin in want om half negen stuiken Stef en Jo binnen. Twee minuutjes later gevolgd door Gert en ook Menno en Thomas laten niet lang op zicht wachten. Een koffiekoekske later zitten we in de auto's richting Ardeche. Varen zit er vandaag niet in, een camping zoeken en ergens lekker gaan eten wel. Na 8 uur rijden komen we op een verlaten camping. De receptie is gesloten en vervangen door het gsm nummer van de uitbater... installer vous et bon soir... Een beetje later eten we de eerste pizza van de week (of nen duo), het stormweer is in Belgie gebleven, de temperatuur is aangenaam... we starten alvast veelbelovend.
Dag 2, we varen in op de Auzène.
Start met een tripple drop, niet moeilijk maar goed om direct wakker te worden. Even verder staat er een grotere sprong klaar. Thomas gaat resoluut voor de grote watermassa. Echt overuigen doet hij ons niet (hij komt er goed door maar 't ziet er wat vies uit). Menno gaat voor een chickenline (wel een stevige kip). Een betere optie vinden Stef en Jan.
De volgende opmerkelijke passage is een smal kanaaltje met flink wat water en flink verval. Het duurt even voor er iemand proefkonijn wil spelen. Gert hakt de knoop door en back-flipt er door. Thomas doet het iets cleaner en de rest volgt zijn lijn. Dat Jo met een iets langere peddel vaart heeft hij na de passage ook door...
'Maak recht wat krom is' zei Jo, en na het betere plooiwerk is de peddel weer klaar voor gebruik.
De Ozène biedt verder mooie verblokkingen en dat je attent moet blijven ervaren als we z'n drieen goed blijven plakken in een rappeleke. Iedereen weet er zich uit te prutsen en we komen bij een laatste grote drop (6 tal meter).
Stef gaat als eerste maar mist zijn rol. Thomas, Menno en Gert laten hun Chili ervaring zien. Ik pruts met mijn positie en ga zwemmend verder, boot en peddel geparkeerd in een ruime grot (merci Thomas om carboy te spelen). Jo doet het 'old school' maar wel zonder problemen.
Even verder zit de eerste vaardag er op. Een restaurantje zoeken duurt flink wat kilometers maar we eten lekker en drinken zo als gebruikelijk net genoeg.