30-05-2017

Frya, benedenstuk: Een must-run staat niet in het woordenboek van Voenkel.

Na het gesmaakte avontuur gisteren op de Ulla, heeft de groep een honger voor meer van dit lekkers. De Frya die eergisteren nog te veel te veel water had voor ons, willen we nu toch wat nader bekijken. De brug aan de monding toont evenveel water, maar toch is het enthousiasme gestegen. En niet alleen bij Sander, die alweer zijn anti-ADHD pilletje vergeten te nemen is en dus op en neer staat te springen met de nodige jihaa's.

Het laatste stuk voor de monding, haalt de Frya nog eens alles uit de kast. Het gevolg is een aaneensluitende serie van onbevaarbare watervallen, die wel veel indruk op ons nalaten en dwingen tot wat bescheidenheid. De instap is te bereiken via een lange omweg. Bruno haalt herinneringen op van toen hij alleen was met Monique en dus de navette per fiets moest doen.

Bruno vindt het geitenstalletje terug waar hij 15 jaar geleden ook ingestapt was. Het respect voor rivier en deze veel te hoge waterstand doet de groep in 2 splitsen. De meeste kiezen voor de rustigere, kortere bovenloop en hopen dan wat te kunnen bekomen van het geweld van gisteren. Bruno, ikzelf en natuurlijk Sander kiezen voor de lange stuk.

Het traject van 12km wordt opgebouwd van klasse 3 tot 4, wel zelfs het begin is al serieus dik. Walsen, al dan niet in golftreinen, zorgen voor animatie en ook konstante alertheid. De natuur is hier wondermooi. Afgelegen van zelf zelfs velden of Bommwegen, vind je hier de volledige stilte. Het regent, maar dit maakt de omgeving nog authentieker. De open vallei wordt afgewisseld met kloofjes, waar nu eens harde druppels van een hoger watervalletje in kletsen, dan weer pakken blauw of grijs ijs tegen de wanden het al zo mooie kloofje willen verfraaien.

Maar terug naar de rivier. Want als er al teveel over de natuur wordt uitgeweid, dan zal het wel een platte beek zijn en niets is minder waar. in een brede golftrein maakt Sander er me attent op dat mijn cawtail in het water bengelt. Ik klik het op zijn plaats en als ik me terug naar hem draai om hem te bedanken, zie ik zijn boot ondersteboven. Lap, een zwemmetje. Zonder hulp, trekt hij boot en peddel op de kant. Doeme toch hé, roept hij en lachend springt hij terug zijn bootje in. Het zit wel goed tussen de oren, bij die jongen.

Buiten een stevig volume, heeft de rivier heeft ook rotsen, jawel. Dit maakt dus passages, die we moeten verkennen. Een mooi kloofje spuwt op het einde al het water naar rechts tegen een rotswand. Links is een keerwater waar je moeilijk uitkan. De sweetspot is dus hiertussen, maar de fijne lijn wordt nog moeilijker te halen omdat in het kloofje dikke kussens en gaten zitten waar je moet doorlaveren. Sander vaart alles mooi af, maar wordt gevangen door het keerwater. Het kost hem een paar rondjes vooraleer hij ver genoeg naar het gat durft te varen om er heelhuids uit te geraken. oef. (zie filmpje, deel 1)

Het wordt steeds moeilijker en zelfs in de open gedeeltes is combat paddling vereist. Bruno staat te scouten en ik lig in een keerwater terwijl ik Sander zie omgaan en zwemmen. Dit is niet de moment. Er zijn geen rustpunten meer in de rivier. Hij kan zelf aan de kant met peddel, maar de boot drijft resoluut de hoek om. Voorzichtig ga ik er alleen achteraan. Gelukkig kan ik de boot in een keerwater houden en aan de kant halen, want hierna is de rivier terug full-on.

Het gaat vrij goed met het verkennen vanuit de boot, maar ik wordt wat overmoedig en probeer een gat door te varen, dat net iets te groot is. Ik wordt teruggetrokken en omgegooid. Ik vecht, eskimoteer een paar keer en maak slagen in alle richtingen. De wals geeft het op en laat me ontsnappen. Sander vaarde achter mij en wordt het volgende slachtoffer. Vaarder en bootje worden gescheiden en het bootje wordt gretig door de rivier meegenomen. Onmogelijk om hier zomaar achter te stormen. Sander gaat vanaf de oever verder en Bruno en ik varen door. (zie filmpje, deel 2)

Vanuit een keerwater leert Bruno mij, dat dit nu de laatste passage is, gevolgt door een must-run. Die must run heeft rechts een groot gat, dus volgens de beschrijving moet je links over een slide gaan. We besluiten te gaan.. Bruno vaart de passage perfect en verdwijnt dan de must-run in. Ik mik naar het laatste keerwater. Van hieruit kan ik die must-run inspecteren. Met deze waterstand is het gat over de volledige breedte en stroomt er amper water bovenaan door. Neen, dit vaar ik niet. Zeker niet zonder beveiliging. Van Bruno is geen spoor en ik voel me wat alleen. Ik neem rustig de tijd om na te denken en maak mijn touw aan het neusje van mijn boot, spring uit mijn boot in het woelige keerwater zonder mijn boot te verzwaren met water en begin de steile, gladde rots op te klimmen. Op een respectabele hoogte kan ik mijn bootje tot bij mij trekken en hogerop klimmen. Schrap dus must-run, want -met wat moeite- kan dit dus overgedragen worden.

Hierna volgt nog een steile kloof, waar het water gelukt gekalmeerd is. Met veel geklauter en touwwerk, kan ik tot in de kloof sukkelen en vaar het laatste stuk tot het eindpunt. Bruno is er ook al. Hij heeft in de must run een fikse zwem gedaan, waarbij hij diep ging tot het donker werd. Maar al zwemmend al het materiaal vlot kon recuperen. En Sander? Ook die heeft geluk. Van bovenaan de kloof ziet hij iets geel-oranje aan wat bomen in de rivier. Hij gaat kijken en het blijken ontbaste bomen te zijn. He maar enkele meters verder onder water zit wel zijn boot.

Uiteindelijk komen we alle drie op andere tijdstippen aan het eindpunt. Ongedeerd en met alle materiaal. Fantastisch avontuur, met een snuifje geluk op het einde.



Bekijk op Nirjhara-Maps

Frya, benedenstuk

Medevaarders