Wat zijn we blij dat we in een gite logeren. Deze nacht is het
kwik flink onder nul gedoken en alles is tijdens de ochend bedenkt
onder een mooi dun wit laken.
Tijdens het ontbijt is het zoeken naar
een beek die niet te veel water heeft (terwijl we eerder
deze week op zoek waren naar een streek waar water zou staan).
We gokken op de Loue. Na een prachtige rit en een frisse wandeling
staan we aan "les sources de la loue". Een toeristische trekpleister.
Hier komt de loue vol geweld recht uit de rotswand en voelt ten opzicht van
de buitenlucht warm aan. Een mist rijst boven het water uit en geeft de
beek een mysterieuze zweem.
We volgen de beek een eindje en komen al snel tot het besluit dat ook deze
beek momenteel te veel water heeft. Uit elk spleetje in de grond stroomt
water.
Dan maar op naar de volgende optie: de Dessoubre; volgens de beschrijving
zou deze beek ook in vloed nog bevaarbaar zijn. En dat ook deze beek in vloed
staat blijkt al snel aan de instap. Dat doen we gewoon op een wei die
volledig overstroomd is.
De beek gaat onder een tunnel en daar begint de fun. Vanop de weg leek
het toch net iets minder stevig. Iedereen komt er gelukkig goed door en ook nadien
blijft de beek nog even stevig doordenderen.
Wanneer de beek dan terug even uitvlakt volgen enkele kunstmatige barrages dewelke
we omdragen en nadien komen we al snel op het eindpunt.
Nu snel de boten opladen en op naar de instap van een zijbeek, de Reverotte.