Defereggenerbach, nog nooit gezien en van gehoord.
Na een half uur / drie kwartier rijden komen we aan een tolhuisje. Betalen, slagboom naar boven en verder rijden.
Na een tijdje, zien we links van ons, die "schone" met witte schuimkoppen, leutige vervallen en een massa rotsen, die er soms beter niet zouden liggen.
Stoppen, het is tijd om een eerste keer deze schone te gaan bekijken. Ze geeft ons rillingen en met de angst in onze ogen staren we haar aan.
klein maar fijn !
Ondertussen is ook de druk op ons water enorm aan het toenemen. De graskant in, ledigen en instappen. Dit lijken wel vaste rituelen.
Aan de instap maken we nog enkele afspraken, waaronder het proberen aanhouden van een vaste volgorde. Eindelijk, tijd om deze schone eens te temmen.
De eerst vijfhonderd meter zijn vrij rustig, met een klein vervalleke net onder een brugje, waarna we onmiddellijk links in het keerwater aanmeerden en uitstapten.
Overdragen. Er lagen een aantal boompjes in de weg, een onbevaarbaar stuk.
We vervolgen ons stuk en ieder behoudt zijn vaste positie in de groep. We gaan op en neer, op die schone haar witte kopjes. Links, rechts van al die stukken graniet. Tegen of op al diegenen die er niet moesten liggen. De lach kwam weer te vooschijn.
Een boterhammeke en een fris pintje waren wel gekomen om onze krachten terug op te bouwen.
smiiiiiiile
In de namiddag varen we nog een sectie van de Defereggenerbch. Maar de uitputting eist zijn tol op. De ene na de andere vallen af.
Maar de vier overblijvers lieten zich niet doen en temden de schone tot op het bittere einde.