Het Château Queras kijkt uit over de Guil vallei en straalt iets magisch uit. Rondom het kasteel heeft de Guil een mooie diepe smalle kloof gevormd.. Volgens het boek van Peter Knowles is er niet veel speciaals te vermelden. Hij beschrijft enkel dat wanneer je gaat zwemmen dat je het gevoel hebt doorgespoeld te worden in een WC.
We verkennen voor zover mogelijk de kloof eerst van bovenuit. Van pakweg 50 m hoogte lijkt het er wel stevig aan toe te gaan maar spoelt alles wel goed door. OK, we gaan er dus voor. Peter raden we aan om voor alle zekerheid toch maar niet mee te gaan. We vertrekken met zijn vijven.
Net onder de brug naar het kasteel, aan de ingang van de kloof, verzamelen we. De spanning is al te snijden. En naar goede gewoonte maakt Bart nog wat flauwe grapjes om iedereen nog wat zenuwachtiger te maken. Alleen weet hij zelf nog niet wat hem te wachten staat?
We vertrekken. Als eerste vaart Bart, daarachter Wim, Thierry en Tsjoepken en als hekkesluiter Gert. Bart dondert de eerste passages naar beneden en al snel wordt duidelijk dat de moeilijkheidsgraad ver boven het ingeschatte niveau is. Het water van die relatief rustige beek wordt bijeen geduwd in een kloof van een paar meter breed en doet de rivier veranderen in tobogan maar dan met immense golven. Enkele van die golven doen Bart stijgeren waardoor hij met zijn boot vertikaal de wanden afschuurt. Wim wordt omgeslaan en hij heeft enkele pogingen nodig om in dit wilde water terug boven te komen. Voor Thierry en Tsjoepken gaat het wat boven hun theewater en zij gaan zwemmen. Gert maakt ongewild enkele pirouettes. Na een paar honderd meter wordt het water wat rustiger en komen we terecht in een soort bassin. Achter dit bassin opent de kloof zich en komt het water weer tot rust. Het einige probleem is dat er tussen deze twee een niveau verschil zit van ongeveer twee meter en we kunnen vanuit de boot het verval niet inspecteren. Al hoestend en proestend komen Thierry en Tsjoepken aangezwommen met peddel en boot in de hand. Thierry kan zich nog net vastklampen aan een rotswandje maar bij Tsjoepken is de trekkracht van zijn boot te zwaar en hij moet zijn boot laten schieten. Hijzelf klampt zich ook ergens vast aan de rotswand maar hij ziet zijn boot het verval induiken.
Bart, Wim en Gert liggen dus nog in het water maar willen niet zomaar dit zwarte gat induiken. Thierry klimt zoveel mogelijk uit het water en probeert over de rand naar beneden te turen. Veel kan hij vanuit zijn positie echter niet zien. Gert probeert dan met veel moeite om ook uit zijn boot te kruipen en klimt langs de andere wand eveneens zo dicht mogelijk naar de afgrond. Volgens de info van beiden is de sprong wel te wagen maar is het zeker niet zonder risico. Links valt het water vertikaal naar beneden en zit er onderaan een dikke rots. Aan de rechter zijde is het wat minder steil maar zit er uiterst rechts een onderspoelde wand. De spong moet dus rechts van het midden genomen worden. Voor alle zekerheid wordt aangeraden eerst met een dikke boot te proberen.
Nu is Bart echt zenuwachtig maar na veel getwijfel wordt dan toch besloten de sprong te wagen. We hebben immers geen keuze. De wanden zijn veel te steil en te glad om hier op een andere manier weg te geraken. Wim springt als eerste en komt goed terecht. Bart volgt maar arriveert teveel naar rechts en spoelt tegen die onderspoelde wand aan. Hij probeert te eskimoteren maar de wand boven hem verhindert dit. Gelukkig spoelt hij snel door en komt hij vanonder de wand vandaan en komt hij toch nog recht. Nadien volgt Gert en hij zit eveneens in het goede pad en komt zonder problemen beneden.
Ze roepen Tsjoepken en Thierry na dat ze ter plaatse moeten blijven en dat ze zullen proberen hen uit de kloof te halen van bovenuit.
Even later proberen de drie van bovenuit zo dicht mogelijk op de plaats van onheil te geraken maar dit lukt echt niet. Er zit dan niets ander op dan dat ze zelf hun plan moeten trekken.
Met veel moeite kan Thierry zijn boot tot voorbij de sprong sleuren en terug het water ingaan. Tsjoepken heeft wat meer moeite. Hij moet zijn beste klimtechnieken boven halen om voorbij de sprong te traverseren. De rotsen zijn echter spekglad en bieden niet veel houvast. Uiteindelijk geraakt hij ook tot voorbij de sprong maar hij zit wel een drietal meter boven het wateroppervlak. Onder hem lijkt het water niet echt diep en ligt het vol met rotsblokken. De kloof weerkaatst zijn vloeken. Er zit niets anders op dan zicht te laten vallen in het water. Hij doet nog enkele pogingen om wat lager te komen en laat zich dan vallen. Hij wordt meegesleurd met het water en raakt hierbij wel wat rotsen maar komt hier voor de rest vrij ongeschaafd uit. Hij stapt de kloof uit en bij het uitstappunt merkt hij dat zijn boot is blijven steken op een klein steentje. Van geluk gesproken. Hij heeft zijn boot terug.
Uiteindelijk loopt alles dus goed af maar het heeft ons heel wat spanning opgeleverd. De gehele kloof was bij deze waterstand zeker een cathegorie 5 en de laatste sprong bleek naderhand ook helemaal nieuw te zijn van dit voorjaar. Vandaar dat hij dus ook nog niet beschreven stond in het boek van Peter Knowles.