Peter heeft een mentale dip en daarom besluiten we er vandaag een peterdag van te maken. We gaan het iets rustiger aan doen. We varen om te beginnen het standaard stuk van de durance met daarin het befaamde gat. We kunnen immers toch ook niet een hele week in de durance vallei varen zonder de durance zelf aangedaan te hebben.
Meteen valt ons het verschil in karakter op met de rivieren die we hiervoor gevaren hebben. Dit is echt een volume rivier. Je hoeft hier geen stenen te ontwijken maar de waterdruk en vreemde stromingen zorgen toch voor enige aanpassing. Hoewel de moeilijkheidsgraad nooit boven de 3 uitkomt zit peter nog steeds niet gerust in zijn boot. Hij is mentaal zelfs zo in de put dat hij op een golfje van twee keer niets omgaat. Iedereen is er wel vrij gerust in dat hij terug boven komt. Hij wacht even tot wanneer hij uit de turbulentie komt en probeert dan te rollen. Net op het moment dat hij bijna boven is botst hij echter tegen een steen. Wellicht de enige steen in de ganse rivier. Het gevolg is dat hij net niet boven komt en dus terug op zoek gaat naar nemo (kopje onder water dus). Iedereen staat er wat op te kijken en wacht wat af. Het duurt nu wel vrij lang voor hij terug boven komt. Plots zijn we dat hij zijn peddel los laat en met zijn handen boven water zwiert. Het lijkt er dus op dat er iets mis is. We varen naar hem toe om hem het puntje van onze boot toe te reiken maar tegen dat we bij hem toekomen zijn zijn handen alweer onder water. Wat gebeurt er toch ??? Na enkele (lange) seconden komt hij plots vanonder zijn boot gezwommen. Euhhhhhhhhhhhhhh. Hij ziet zo wit als een lijk en zwemt meteen naar de kant. We pikken zijn boot en peddel op en wachten dan tot wanneer hij via de oever tot bij ons geraakt.
Wat was er nu in godsnaam gebeurd. Wanneer hij niet meer boven kwam met te eskimoteren wou hij zijn spatzeil trekken maar brak zijn lus. Hij probeerde dan met zijn knieën zijn spatzeil los te trekken maar dit lukte niet echt. Dan probeerde hij met zijn handen. Maar omdat hij zijn handen geblesseerd had de vorige dagen vaarde hij met handschoenen en had hij totaal geen grip. Hij stak dan ten einde raad zijn handen boven water maar dan was zijn adem ECHT op. In een laatste krachtinspanning probeerde hij dan toch nogmaals met zijn knieën en kwam gelukkig toch vrij.
Nu is de maat echt vol. Met veel tegenzin krijgen we hem nog even in de boot maar al na 100 m stapt hij terug uit. In de plaats van hem mentaal op te monteren zit hij nu volledig in zak en as. We spreken af dat hij te voet door stapt tot het gat en dat we hem daar nadien dan terug oppikken met de auto.
De rest van ons vaart dus door en voor we het goed en wel beseffen zijn we aan het gat van de durance. Bart is de enige onder ons met een speelbootje. Hij profiteert er dus van om even te spelen. Hij geeft wel onmiddellijk aan dat ze flink zuigt. Gert probeert ook even met zijn H:3 en ook hij kan even recht blijven. Bart en Gert manen Tsjoepken ook aan om het eens te proberen. Hij laat zich niet kennen en vaart met enige aarzeling in de wals. Hij schiet van ene kant naar de andere kant en blijft dan hangen. Hij gaat vervolgens onder en gaat zwemmen. Wanneer hij boven komt lijkt het alsof zijn boot stevig in de tang zit van de wals en dat Tsjoepken hem probeert eruit te trekken. Wim is foto's aan het nemen en ziet het allemaal van dichtbij gebeuren. Tsjoepken roept iets naar wim maar door het gebrul van het water is er niets van te verstaan. Doordat Tsjoepken zijn boot gisteren bijna was kwijt gespeeld dacht wim dat hij nu per se zijn boot bij zich wou houden. Wim roept hem daarom toe dat hij gerust zijn boot mag laten gaan want achter het gat ligt inmiddels bart al klaar om zijn boot op te pikken.
Om een of andere reden laat Tsjoepken toch zijn boot niet los en blijft iets roepen. Wat zegt hij toch ??? Plots overstemt het geroep het geluid van het water : ?TOUW VERDOMME?. Wim schiet naar zijn boot om de werplijn te halen en trekt Tsjoepken uit de wals.
Blijkbaar trok de wals zo stevig aan Tsjoepken dat de enige reden waarom hij met zijn kop boven water kon blijven was omdat hij zich kon vasthouden aan zijn boot. De rollen waren dus het omgekeerde van wat het leek vanop de kant.
Hoe kan dit nu : we gaan eens een rustig riviertje varen en bijna twee man verzopen !
Over het hierna volgende stuk valt niet veel meer te vertellen. Het leek nog oneindig ver en we moesten serieus trekken aan onze peddel nog op tijd aan het eindpunt te geraken zodat we nog een tweede rivier kunnen varen.