07-12-2007

Tros marets, Belgie

De tros-marets. Slechts weinigen kennen het en nog minder kajakkers hebben het ooit al bevaren. Maar diegenen die het al bevaren hebben omschrijven het als de meest extreme rivier van België. Dit moeten we dan toch ooit eens varen ...

Het begint allemaal enkele weken terug toen Herman Struyf met enige vertraging de goedkeuring van de nieuwe derogatie regeling aankondigt. Nieuw vanaf dit najaar is dat er drie nieuwe rivieren toegevoegd zijn op de derogatielijst waaronder de tros-marêts en de bayonne.

Enkele weken terug ben ik, toen er niet voldoende water was om te varen, beide rivieren eens al wandelend gaan verkennen. De tros-marêts bleek zoals aangekondigd werkelijk een kloof te bevatten. Van bovenuit (+/- 20 m hoger) kan je echter niet veel zien. En wat je kan zien lijkt niet zo erg. Maar ja, dan kennen we al... Er zal niets anders op zitten dan wachten tot wanneer er voldoende water staat en dan nogmaals verkennen.

En eindelijk was het nu zo ver. Al heel de week regent het. Zo erg zelfs dat in sommige streken het peil voor overstromingsgevaar bereikt wordt. Op basis van de weersvoorspellingen menen we dat vrijdag de dag is waarop het zou moeten kunnen gebeuren. De berichtjes vliegen over en weer op het messageboard en vier mensen kunnen zich vrij maken : ik, Bruno the guide, voenkel en Menno.

We spreken af vrijdag ochtend in Belleheid om eerst de hoegne te varen als opwarming. Voenkel en Menno komen het eerst toe. Via GSM melden ze ons (mij en bruno) dat de hoegne intussen op 90 cm staat en dat het opgehouden is met regenen. De plannen worden hersmeed. Als het nu niet meer regent gaat het niveau op de tros-marêts snel zakken waardoor we de volgorde omdraaien. Eerst de tros-marêts en nadien de hoegne.

Aan de instap van de tros-marêts komen ik en Bruno als eerste toe. We verkleden ons en gaan de eerste meters al wat verkennen. 50 m verder in het bos bevindt zich al een eerste slide. Nog verder doorlopen lukt bijna niet vanwege de vele modder op het paadje langsheen de beek.

Intussen zijn ook Menno en Voenkel gearriveerd. Als zij zich ook verkleed hebben shuttelen we de auto's. Op de GPS leiden we af dat het eindpunt zich op slechts 3 km bevindt maar dan wel 160 m lager. Shit, dat is 50 pro mille. Veel rivieren in de Alpen kunnen hier niet aan tippen. De zenuwen beginnen zo stilaan toch toe te slaan.

Terug aan het beginpunt toegekomen blijkt dat Bruno, die bij de boten gebleven was, intussen al controle gekregen had van de boswachter. Gelukkig is alles in orde.

Iedereen is klaar. Bruno the guide vaart als eerste, uiteraard. Daarna gevold door voenkel. Met enige tussenafstand volgen daarna ik en als hekkesluiter Menno.

Als ik aan die eerste slide kom zie ik al meteen voenkel in een penibele situatie. Ik kan me nog net dwars zetten tegen een steen om te vragen wat er aan de hand is. Hij zag Bruno hier plots wegduiken en besloot hem niet zomaar blindelings te volgen. Wie weet zit daar een boom. Deze ene passage had ik al gezien dus ik wist wat er kwam. Ik wrik me los van de steen en krijg de tijd niet meer om mij goed te positionneren voor die slide waardoor ik achterstevoren naar beneden glij. Gelukkig komt alles goed. Kort na mij komt Menno al aan met zijn fototoestel in zijn mond. Hij probeert alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Het is echt een grappig gezicht en het levert hele mooie beelden op (met grappige Darth Vader geluidjes).

Intussen heeft Voenkel zijn boot moeten lossen waardoor deze alleen de slide af dondert. Gelukkig kan ik in mijn keerwatertje snel uit mijn boot om hem op te pikken.

Dat begint niet goed voor Voenkel. Bovendien voelt hij zich ook niet echt super. Hij heeft al heel de week overal spierpijn en lichte koorts. And the worst is yet to come...

Iedereen neemt terug plaats in zijn boot en daar gaan we weer. De beek slingert zich een weg tussen een sparrenbos. De beek is denk ik soms niet breder dan een meter of 2 en keerwaters zijn er amper te bespeuren. Het gaat zo een tijdje door tot het iets verblokter begint te worden. Al gauw dient zich een eerste sprong aan waarna we in een andere soort van begroeiing terecht komen. Vanaf hier herken ik het. Nog een beetje verder is een brugje en daarachter is de ingang van de kloof.

Inderdaad, Bruno is al aan de kant en helpt iedereen aan te meren want voor het brugje verspert een boom de doorgang. We gaan via het paadje de ingangspassages van de kloof verkennen. Dit ziet er inderdaad heel indrukwekkend uit. De ene sprong volgt de andere op en daartussen alleen maar veel kolkend water. Ik begin toch wel even te twijfelen. Zou ik dat wel doen ? Als het van in het begin mis gaat, dan gaat het toch wel stevig mis. Voenkel zie ik al passeren met zijn boot op zijn schouder. Oesje, nog meer twijfels. Ik denk dat ik toch ook maar pas. Terug op weg naar mijn boot hoor ik dan weer zo een ander stemmetje in mijn hoofd : allé mietje, zijt ge daarvoor enkele weken terug komen verkennen ? Ge hebt nu de kans.

Ik geef schoorvoetend toe aan het stemmetje in mijn hoofd en probeer me op te peppen. Hopelijk krijg ik hier geen spijt van. Daar gaan we. Ik blijk de goeie lijnen genomen te hebben en kom van alle vervallen netjes beneden. YES. Het zwaarste is acher de rug. De rest van de kloof is best ook nog stevig maar biedt na elke passage toch nog even de tijd om je te herpakken. Gelukkig is het voor niemand nodig.

Volgens de beschrijvingen zit bij de uitvaart van de kloof de grootste sprong. Vergelijkbaar met de Leopold II op de hoegne maar dan nog wat hoger en steiler. Ik lig in een keerwater en zie Bruno passeren. Die zegt me nog niets. Menno gaat er achteraan en zegt ook niets. Die val zal dan wel nog wat verder zijn veronderstel ik. Ik vaar ook door en zie twee bultjes in het water met daarachter een scherpe bocht naar rechts. Ik concentreer me op de bultjes en voor ik het goed besef merk ik achter het tweede bultje Bruno op met een smile tot achter zijn oren. Hij bevindt zich zeker een 3-4 tal meter onder mij. Het gaat allemaal zo snel dat ik zelfs niet de tijd heb om me af te zetten voor een boof. Ik duik met mijn punt naar beneden de sprong af. Gelukkig zit er geen wals en is het voldoende diep. Ook deze hindernis is dus goed overwonnen. We zijn door de kloof, het is gelukt. Mijn geluk kan niet op :-)

Wat verder vervoegt voenkel ons en het is nog niet gedaan. Er volgen nog best enkele pittige passages. Oa een passage met een slide in een scherpe bocht naar links en ter hoogte van een brugje nog een sprong van ongeveer 2 meter met een best pittige wals achter.

Aan het brugje daarachter stappen we uit. Iets verderop staat onze auto. Het laatste stuk bevat immers te veel boomversperringen.

De waterstand was ideaal (90 cm te Belleheid). Minder water berokkent ongetwijfeld veel bootslijtage en zal je op sommige ogenblikken een andere koers afdwingen dan diegene die je had willen varen. Meer water moet je volgens mij ook niet hebben. De kloof wordt dan (voor mij althans toch) te wild.

We hebben hem dus getroffen op het juiste moment. Een dag om nooit te vergeten.

Wim

Bekijk op Nirjhara-Maps

Tros-marets, klassiek stuk

Medevaarders