10-03-2006

Rur, Duitsland


Op sommige plaatsen lag tot een halve meter sneeuw in de hoge venen en er werd vanaf donderdag een plotse hevige dooi met veel regen voorspeld. Donderdag zou dus DE ultieme dag worden om te gaan varen. Door belemmeringen op het werk moesten wij onze uitstap echter uitstellen tot vrijdag. En inderdaad, donderdag hadden alle peilschalen gepiekt en vandaag was al het water al flink aan het weglopen. De Hoëgne was opgengesteld maar volgens de vooruitzichten zou tegen de middag de 70 cm niet meer gehaald worden in Belleheid. We beslissen dan maar om naar de Rur te trekken. Ook daar was de waterstand niet echt spectaculair meer maar goed, de Rur hadden we deze winter nog niet gevaren.

Monschau blijkt weerom een heel koud gat te zijn. Overal in de hoge venen was de sneeuw al gesmolten maar in Monschau bleek nog een 10 cm sneeuw te liggen. De temperatuur schommelt voortdurend rond het vriespunt.

Aan het instappunt glijden we vlot (dank zij al die sneeuw) het water in en varen we ons lekker warm door meteen alle keerwatertjes te pakken. Na een half uurtje beginnen we het al lekker warm te krijgen en komt zelfs het zonnetje even piepen.

De waterstand blijkt nog redelijk bevredigend. Zeker geen zwaar water maar wel heel leuk varen met heel veel keerwatertjes en surfgolfjes.

Net voor het wasbord raadt Marc ons aan om uit te stappen en om een paar honderd meter van de Perlbach te varen. Met deze waterstand heb je toch niets aan dat wasbord. We lopen een stukje omhoog langs de weg en stappen daar terug in. Het beginstuk dat we varen is duidelijk een heel ander type beek dan de Rur. Het heeft wel een beetje weg van de Hoëgne, maar dan wel met proper water. Het daaropvolgende stukje loopt tussen twee rechte muren van een ruïne van een fabriek. Gewoon doorknallen..

Na de samenvloeiing met de Rur varen we door naar de eerste stuw. Na een voorzichtige verkenning vanuit de boot blijkt alles veilig. Hij is over de volledige breedte gerust te varen. In het stad leert Marc ons nog enkele speelgolfjes kennen tot groot jolijt van de toeschouwers in het stad. Als we doorvaren naar de laatste stuw merken we de vissen waarover we al gehoord hadden. De vissen staan op betonnen sokkels in het water. Een aantal delen ervan zijn volgens mij vrij scherp. Met deze waterstand zie je ze van ver staan en zijn ze gemakkelijk te ontwijken. Maar ik kan me best voorstellen dat wanneer er echt hoog water staat dat deze vissen een groot gevaar vormen. Bovendien scheppen deze vissen allerlei vuil op uit de rivier.

We duiken één voor één de laatste stuw af en spelen daarna nog wat op de achterliggende goljes. Een aantal onder deze vormen zelfs bij deze waterstand ferm zuigende walzen waarvan niemand onder ons zin had om ze met deze temperatuur te gaan uittesten.

Voilà, nu nog een lekkere Weissenbier en we zijn weer tevreden.



Bekijk op Nirjhara-Maps

Rur, van Riesensheid tot na stad Monshau.

Medevaarders